Risicothema 4: Ouderen en oudere (e)fietsers
Vanwege de groeiende groep ouderen in bevolkingsopbouw en in deelname aan het verkeer, in combinatie met het aandeel aan slachtoffers op de fiets en het gebruik van de e-bike als nieuwe vervoermiddel, wordt deze groep kwetsbare en onervaren verkeersdeelnemers als risico aangemerkt.
Het aandeel 50-plussers[1] is in de periode 2015 – 2019 neemt zowel in absolute zin als relatief gezien toe in de gemeente Westerveld. In deze periode is deze inwonergroep met 783 inwoners gestegen naar 10216 inwoners, een relatieve stijging van 49% naar 53%. Het aandeel 70-plussers (van 18% naar 20%) in de gemeente Westerveld is in de periode 2015-2019 aanzienlijk toegenomen. In absolute zin zijn er 478 70-plussers bijgekomen in deze periode, tot een totaal van 3852 inwoners. Mede hierdoor is het totaal aandeel 60-plussers toegenomen tot 36% (53% inclusief 50-plussers). Dit is vergelijkbaar met Aa en Hunze (31%) en Noordenveld (35%). Naast de absolute groei is met name de procentuele groei van oudere inwoners een teken van vergrijzing in de gemeente. In de categorie 0-17 jaar en 40-49 jaar zijn er in dezelfde periode minder inwoners (krimp) bijgekomen. Dit maakt dat de oudere inwoner zowel op de korte als de langere termijn een relevante doelgroep is voor de gemeente Westerveld.
De landelijke trend is dat ouderen steeds langer mobiel blijven en dat ouderen steeds meer gebruik maken van ‘nieuwe’ vervoermiddelen zoals de elektrische fiets en zelfs de speed-pedelec. Daarnaast laat de landelijke trend zien dat er een forse toename is van het bezit en gebruik van de e-bike (ANWB, 2020). De verwachting is dat deze trend zich doorzet in de komende jaren en daarmee een steeds groter onderdeel uit gaat maken van het fietssysteem in Nederland en ook in de gemeente Westerveld. Het is dus aannemelijk dat steeds meer ouderen deel uit blijven maken van het verkeerssysteem van de gemeente. De onervarenheid van ouderen met deze nieuwe en snellere vervoersmiddelen alsmede het vertraagde reactievermogen en toegenomen fysieke kwetsbaarheid (ook gerelateerd aan de traditionele vervoerswijzen (personenauto, lopen, fiets)) kan risico’s veroorzaken in het verkeer.
De opkomst van de e-bike, e-scooters, bakfietsen en speed-pedelecs zijn enkele van de ontwikkelingen die ervoor zorgen dat het steeds drukker wordt op de fietspaden en dat de kans op een ongeval groter wordt. Zo neemt het aantal voertuigsoorten die van dezelfde ruimte als de fiets gebruik maken toe en ook blijven ouderen steeds langer als (e-)fietser aan het verkeer deelnemen. Bovendien zijn er grote verschillen in massa, breedte en snelheid van al die verschillende vervoermiddelen die van het fietspad gebruik maken.
Kijkend naar de verkeersslachtoffers in de gemeente Westerveld dan betreft 40% van de letselslachtoffers iemand van 60 jaar of ouder (onder de slachtoffers op gemeentelijke wegen). Dit is 58% inclusief de 50-plussers. Deze percentages zijn beide hoger dan het aandeel van deze leeftijdsgroepen op de totale bevolking. De nadruk ligt op de 70-plusser, met 17 slachtoffers (waarvan 1 dode) van de 57 slachtoffers op gemeentelijke wegen in totaal.
De meeste verkeersslachtoffers bij 50-plussers zijn automobilisten (12 van de 33). Deze ongevallen vinden voornamelijk in het buitengebied op de doorgaande wegen tussen kernen plaats, maar anders dan bij de jonge automobilist zijn er meer gewonde automobilisten van 60-plus die in of nabij de kernen vallen. Er zijn daarnaast nog 15 (e)fietsslachtoffers en 6 slachtoffers waarbij de leeftijd niet is geregistreerd. Zoals bij risicothema 3 (fiets en e-bike) al werd aangekaart, wordt een forse onderregistratie verwacht onder het aantal fietsslachtoffers, in alle leeftijdsgroepen.
Figuur 7: Locaties ongevallen ouderen (60-plussers) Westerveld, gemeentelijke wegen
- 1 Senioren: Er circuleren verschillende definities over wanneer men als ‘senior’ of ‘oudere’ geclassificeerd mag worden. Hoewel de fysieke en mentale gezondheid van persoon tot persoon erg kan variëren, neemt de fysieke kwetsbaarheid (bijv. kans op breuken) toe en de motorische en cognitieve souplesse af vanaf ±50 jaar, aldus sommige medische lezingen. Echter is het goed mogelijk dat deze veranderingen met de hoger wordende levensverwachting meebewegen naar hogere leeftijden. Om in deze SPV context een streep te trekken wordt waar mogelijk gesproken over 50-plussers, tenzij anders aangegeven.