Risicothema 4: Ouderen & oudere e-fietsers
Vanwege de groeiende groep ouderen in bevolkingsopbouw en in deelname aan het verkeer, in combinatie met het aandeel aan slachtoffers op de fiets en het gebruik van de e-bike als nieuwe vervoermiddel, wordt deze groep kwetsbare en onervaren verkeersdeelnemers als risico aangemerkt.
Het aandeel 50-plussers[1] is in de periode 2015 – 2019 neemt zowel in absolute zin als relatief gezien toe in de gemeente Emmen. In deze periode is deze inwonergroep met 2499 inwoners gestegen naar 48375 inwoners, een relatieve stijging van 43% naar 45%. Het aandeel 70-plussers (van 14% naar 16%) in de gemeente Emmen is in de periode 2015-2019 aanzienlijk toegenomen. In absolute zin zijn er 2243 70-plussers bijgekomen in deze periode, tot een totaal van 16927 inwoners. Mede hierdoor is het totaal aandeel 60-plussers toegenomen tot 30% (45% inclusief 50-plussers). Dit is vergelijkbaar met Meppel (26%). Naast de absolute groei is met name de procentuele groei van oudere inwoners een teken van vergrijzing in de gemeente. In de categorie 0-17 jaar en 25-49 jaar zijn er in dezelfde periode minder inwoners (krimp) bijgekomen. Dit maakt dat de oudere inwoner zowel op de korte als de langere termijn een relevante doelgroep is voor de gemeente Emmen.
De landelijke trend is dat ouderen steeds langer mobiel blijven en dat ouderen steeds meer gebruik maken van ‘nieuwe’ vervoermiddelen zoals de elektrische fiets en zelfs de speed-pedelec. Daarnaast laat de landelijke trend zien dat er een forse toename is van het bezit en gebruik van de e-bike (ANWB, 2020). De verwachting is dat deze trend zich doorzet in de komende jaren en daarmee een steeds groter onderdeel uit gaat maken van het fietssysteem in Nederland en ook in de gemeente Emmen. Het is dus aannemelijk dat steeds meer ouderen deel uit blijven maken van het verkeerssysteem van de gemeente. De onervarenheid van ouderen met deze nieuwe en snellere vervoersmiddelen alsmede het vertraagde reactievermogen en toegenomen fysieke kwetsbaarheid (ook gerelateerd aan de traditionele vervoerswijzen (personenauto, lopen, fiets)) kan risico’s veroorzaken in het verkeer.
De opkomst van de e-bike, e-scooters, bakfietsen en speed-pedelecs zijn enkele van de ontwikkelingen die ervoor zorgen dat het steeds drukker wordt op de fietspaden en dat de kans op een ongeval groter wordt. Zo neemt het aantal voertuigsoorten die van dezelfde ruimte als de fiets gebruik maken toe en ook blijven ouderen steeds langer als (e-)fietser aan het verkeer deelnemen. Bovendien zijn er grote verschillen in massa, breedte en snelheid van al die verschillende vervoermiddelen die van het fietspad gebruik maken.
Kijkend naar de verkeersslachtoffers in de gemeente Emmen dan betreft 23,4% van de letselslachtoffers iemand van 60 jaar of ouder (onder de slachtoffers op gemeentelijke wegen). Dit is 37% inclusief de 50-plussers. De meeste verkeersslachtoffers bij 50-plussers zijn automobilisten (73 van de 174) en fietsers (71 van de 174, plus 16 van de 174 e-bikes). Deze ongevallen vinden voornamelijk op 50 km/u wegen plaats. Zoals bij risicothema 3 (fiets en e-bike) al werd aangekaart, wordt een forse onderregistratie verwacht onder het aantal fietsslachtoffers, in alle leeftijdsgroepen.
Figuur 6: Locaties ongevallen ouderen (50-plussers) Emmen, gemeentelijke wegen
- 1 Senioren: Er circuleren verschillende definities over wanneer men als ‘senior’ of ‘oudere’ geclassificeerd mag worden. Hoewel de fysieke en mentale gezondheid van persoon tot persoon erg kan variëren, neemt de fysieke kwetsbaarheid (bijv. kans op breuken) toe en de motorische en cognitieve souplesse af vanaf ±50 jaar, aldus sommige medische lezingen. Echter is het goed mogelijk dat deze veranderingen met de hoger wordende levensverwachting meebewegen naar hogere leeftijden. Om in deze SPV context een streep te trekken wordt waar mogelijk gesproken over 50-plussers, tenzij anders aangegeven.