Risicothema 7: Rijden onder invloed

Het thema rijden onder invloed is opgenomen als risico in het SPVD 2030 en is zeer moeilijk te duiden op gemeentelijk niveau. Op regionaal niveau is een afname van het rijden onder invloed (alcohol) te zien over de afgelopen jaren. Of verkeersdeelnemers in Aa en Hunze systematisch onder invloed rijden is niet uit de data naar voren te halen maar zonder twijfel aanwezig in de gemeente. Daarom is dit thema ook als risico opgenomen voor de gemeente.

Het gebruik van alcohol en drugs in het verkeer is verboden en brengt zeer veel risico met zich mee. Tot nu toe is niet duidelijk hoe groot dit probleem is. Wel schat de SWOV dat twee derde van de alcoholgerelateerde slachtoffers kan worden voorkomen, als het zou lukken de zware alcoholovertreders uit het verkeer te weren. Dit thema is ook voor de provincie Drenthe opgenomen als risico. Van de fietsers die op de spoedeisende hulp terechtkomen geeft 3% van de jongeren en 8% van de ouderen aan dat alcohol een rol speelde bij hun ongeval. Bij 4% van de automobilisten was alcohol in het spel en bij 1% drugsgebruik (en bij 1% medicatiegebruik). In de categorie alcohol en drugs valt ook lachgas.

Aa en Hunze valt onder politieregio Noord-Nederland. In deze regio was volgens de rapportage Rijden onder invloed 2002-2017 (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2018) al jaren een daling zichtbaar van het percentage gecontroleerde automobilisten wat de wettelijke alcohollimiet heeft overtreden. Echter is dit percentage in 2015 en 2017 weer toegenomen. In 2002 was Noord-Nederland de best scorende politieregio (in procenten overtreders). In 2017 is de regio samen met Limburg de slechtst scorende regio.

Jaar

2002

2006

2010

2011

2013

2015

2017

Noord-Nederland

2,1

1,8

1,1

1,3

1,3

1,5

2,0

Gemiddelde NL

4,0

2,9

2,2

2,0

1,7

1,7

1,4

Tabel 4: Percentage overtreders bij alcoholcontrole (Ministerie van I&M, 2018)

Gemiddeld genomen zijn er twee keer zo veel mannelijke overtreders als vrouwelijke. Bij mannen maken 35- tot 49-jarigen zich het meest schuldig aan rijden onder invloed, bij de vrouwen ligt het zwaartepunt bij 25- tot 34-jarigen. Door de jaren heen hebben de meeste overtreders vooral in een horecagelegenheid alcohol gedronken.

Figuur 7: Overtreders (in procenten) naar geslacht (Ministerie van I&M, 2018)

 

2002

2006

2010

2011

2013

2015

2017

Mannen

       

18 tot 24 jaar

3,7

2,3

2,2

1,8

1,1

0,9

1,7

25 tot 34 jaar

4,8

3,9

3,0

2,4

2,5

2,6

1,6

35 tot 49 jaar

5,6

4,0

3,3

2,9

2,5

1,8

2,1

50 jaar en ouder

4,2

2,7

1,8

1,8

1,8

2,3

1,7

Totaal

4,6

3,3

2,6

2,3

2,1

2,0

1,8

        

Vrouwen

       

18 tot 24 jaar

0,7

0,8

0,5

0,6

0,6

0,7

0,2

25 tot 34 jaar

2,0

1,5

1,1

1,6

1,3

1,4

1,4

35 tot 49 jaar

3,3

2,4

2,2

1,8

1,3

1,1

0,9

50 jaar en ouder

2,5

1,7

1,4

1,1

1,1

0,5

0,9

Totaal

2,2

1,7

1,4

1,4

1,1

1,0

0,9

Tabel 5: Overtreders (in procenten) naar geslacht en leeftijd (Ministerie van I&M, 2018)

Wanneer onderscheid wordt gemaakt tussen locatie waar is gedronken en een beginnend of ervaren automobilist dan springt in beide gevallen het café, bar, restaurant of disco eruit, gevolgd door bij vrienden, kennissen of familie.

Figuur 8: Alcoholgebruik per locatie en bestuurder

Het aandeel overtreders is het grootst in gemeenten met veel inwoners (meer dan 100.000). De gemeente Aa en Hunze valt met 23.386 inwoners in de laagste categorie.

 

2002

2006

2010

2011

2013

2015

2017

<50.000 inwoners

3,1

2,7

2,1

1,6

1,7

1,1

1,1

50.000 – 100.000 inwoners

4,1

2,8

2,1

2,0

1,9

2,0

1,1

>100.000 inwoners

4,7

3,2

2,6

2,5

1,7

1,8

1,7

Tabel 6: Ontwikkeling aandeel overtreders (in procenten) naar grootte gemeente (Ministerie van I&M, 2018)

VeiligheidNL (Rapportage verkeersongevallen, 2017) toont uit onderzoek aan dat in 2017 in LIS-ziekenhuizen voor zover bekend bij 6.800 (6%) verkeersongevallen alcohol betrokken was. Bij 300 (<1%) verkeersongevallen was er drugs in het spel. Van alle geregistreerde verkeersongevallen waarbij alcohol was betrokken was dit in drie kwart van de gevallen bij fietsers en in één op de vijf gevallen bij een auto-ongeval. Als we kijken naar de betrokkenheid van alcohol per type verkeersdeelnemer, dan was bij de fietsers in zeven procent van de gevallen alcohol betrokken bij het ongeval en bij automobilisten vier procent.

In de LIS-ziekenhuizen wordt niet aan elk verkeersslachtoffer gevraagd of er voorafgaand aan het ongeval alcohol of drugs gebruikt is. Wanneer er overduidelijk één van beide betrokken was (bij slachtoffer danwel bij de tegenpartij)en/of het slachtoffer er melding van maakt dan wordt dit in LIS vastgelegd. Deze geregistreerde ongevallen zullen daarom het topje van de ijsberg zijn van het totaal aantal verkeersongevallen waarbij alcohol of drugs betrokken is